Het is een ongekende zomer,
elke dag weer zon, warm, een strak blauwe lucht.
Niet te warm, want dat kennen we niet aan de kust
altijd een windje en 's nachts koel.
Een soort Pluk en de Petteflet zomer,
een zomer uit mijn jeugd,
toen ik heb gevoel had dat het altijd
dit mooie zomerweer was.
De dagen gaan sloom voorbij,
veel komt er niet uit mijn handen.
Een soort vakantiegevoel.
Ik loop met de hond 's ochtends vroeg
langs het strand, een verlaten strand.
in zwemmen heb ik niet veel zin, met al
die duizende kwallen.
Er liggen bergen schelpen, meer als anders.
Op de terugweg valt me op hoeveel
Jacobskruiskruid er bloeit in de duinen,
het wordt elke jaar meer,
bijna een plaag. Mooi om te zien,
maar het is zo giftig voor mens en dier.
Ik vind het een zorgelijke ontwikkeling.
Eenmaal thuis is er koffie op het terras
met het nieuwe tijdschrift van
anders dan de andere, artistiek
en met prachtige verhalen en
geen reclame, wat een verademing.
Ik lees veel, haak wat.
Ik doe beperkt huishouden, scharrel in de tuin
besproei 's avonds de planten en het gras.
Gelukkig hebben we een oude bron
met onbeperkt water.
In het duingebied geldt code rood.
een duinbrand ligt hier altijd op de loer,
dus is het zaak het terrein vochtig te houden.
In de late avond loop ik nog eenmaal met de
hond over het veld en de zon beschijnt een
bijna uitgebloeide paardebloem.
Met een glimlach op mijn gezicht loop ik
naar huis, het was weer een mooie dag...